wielerklassieker verslag
Gent - Wevelgem, 225 kilometer |  Martin Gerritsen |
Vrees voor de Verschrikkelijke Kemmel |  publ. 1 dec 2005  |
 

2004. Fietsen over wegen als de Koninklijke Baan en de Zwarte Kiezel, beklimmingen van de Rode Berg en de Zwarte Berg. Wie Gent - Wevelgem fietst, waant zich in een album van Suske en Wiske. Twaalf Championners beleefden 20 juni hun versie van het stripalbum. Ze wrongen tegen de woeste wind om uiteindelijk de confrontatie aan te gaan met de Verschrikkelijke Kemmel.
 

Koersen in een Carrousel. De wind trok in de kuststreek fors aan, waarop het groepje waarin ik reed besloot een 'carrousel' op te zetten. Ik had er nog nooit van gehoord, maar het houdt in dat je fietst in een waaier, waarbij degene die op kop rijdt zich vrijwel direct terug laat vallen. Zo voelt het alsof je amper tegen de wind in hoeft te beuken. Het duurde even voor ik het snapte, maar toen vormden we met z'n achten een mooie carrousel. Totdat steeds meer mensen zich bij ons aansloten. “Ze rijden ons karretje in de poep”, zei Klaas Aay en Gerrit van Loo was er van overtuigd dat we met een ruit op het middenveld fietsten. Kortom, de carrousel lag in duigen.

Westvleteren

Twee uur eerder waren we uit Deinze vertrokken, waar we de eerste zestig kilometer reden door de bossen rondom Brugge. Het was een mooie route langs rustige wegen, waarbij we veel moesten draaien en keren. Onze enige tegenstander was de westenwind die ervoor zorgde dat we in een groep reden die allengs aangroeide tot ongeveer 150 mensen. Totdat Gerrit van Loo het op zijn heupen kreeg en op de kasseienstrook van de Oosternieuwweg - het eerste obstakel dat we tegenkwamen - fors doortrok. De een na de ander dwarrelde van de groep, zodat we aan het einde van de kasseistrook nog maar met twintig mensen reden.

Vanuit de eerste controle op het Koninklijk Plein van De Haan reden we langs de kust naar Westvleteren, wereldberoemd van het vermaarde trappistenbier van de plaatselijke abdij. De harde wind en de open vlakte noopte tot het opzetten van de carrousel, maar op drie eenvoudige kasseienstroken na kwamen we verder geen enkel obstakel tegen. Donald van Sprang wist in Westvleteren - op 144 kilometer - te melden dat we tot dan toe maar liefst zeventig hoogtemeters hadden bedwongen.

Zindering

Gent - Wevelgem had tot dan toe meer weg van een donderdagtochtje dan een klassieker. Maar het ergste moest nog komen. In de nog resterende tachtig kilometer moesten we de confrontatie aangaan met de Zinderende Zwarte Berg en de Rover van de Rode Berg. We moesten de Marteling van de Monteberg aangaan, maar vooral de Verschrikkelijke Kemmelberg deed ons huiveren. De Kemmel is berucht; kort, steil en met een levensgevaarlijke afdaling. De profs weigerden er verleden jaar in de Driedaagse van De Panne overheen te rijden. Te gevaarlijk. Gerrit van Loo relativeerde het. "Ach, je kunt de Kemmel het best vergelijken met een hoge vluchtheuvel."
Na 167 kilometer kwam de Zinderende Zwarte Berg. Hoewel het met die zindering wel meeviel: 1700 meter van 5 procent met een maximum van 10 procent. Toch liet ik me uit de groep vallen om me te sparen voor de Verschrikkelijke Kemmel. De Rode Berg ontging me, maar Donald van Sprang wist me achteraf te vertellen dat het lichte klimmetje direct na de Zwarte Berg de Rode Berg heette. De Marteling van de Monteberg bracht me in 1000 meter via een gemiddelde van 7,3 procent naar een hoogte van 115 meter. En direct daarna lag hij dan eindelijk, de Verschrikkelijke Kemmelberg; een brede kasseienweg met een maximum van 20 procent.

De verschrikking bestond er echter vooral uit dat ik moest manoeuvreren tussen ruim honderd motorrijders die zich aan de voet van de Kemmel hadden verzameld. Eenmaal daar voorbij begon de weg ook te stijgen, maar net toen ik wilde aanzetten was het alweer over. Het was inderdaad een flinke vluchtheuvel. De Kemmel is ongetwijfeld een zware berg bij regen, maar nu een anticlimax.

Gouden Carolus

Bij de controle in Kemmel, ontmoette ik de rest van de groep weer. We reden de laatste 30 kilometer in vliegende vaart naar Wevelgem, waar we konden genieten van de Gouden Carolus. Donald vertelde nog dat het aantal hoogtemeters was opgelopen tot 540 en mijn fietscomputer leerde dat we een gemiddelde hadden gereden van meer dan 30 kilometer per uur. Gent - Wevelgem is voor een klassieker misschien te licht, maar het is een fantastische tocht, door een mooie omgeving en met een perfecte organisatie. Een aanrader voor iedereen die de sfeer van een klassieker wil proeven, maar opziet tegen het zware werk.