Zondag 29 mei,
6.45 uur. Bijna tachtig man en een vrouw staan te popelen om
te vertrekken. De nervositeit is groot. Banden worden op
spanning gebracht, fietscomputers ingesteld, sturen
goedgezet… shit. De stembout van de stuurpen van Sjaak Kok
is dolgedraaid. Hij is gedwongen met de reservefiets van de
Lexmondse fietsenmaker Dirk Veenvliet te rijden. Dan kan
toerleider Gerrit van Loo eindelijk het startsein geven.
Wat gebeurt er als je
wielrenners loslaat die twee dagen in een bus hebben
gezeten? Ze rijden als een gek achter elkaar aan. De stille
straten van Milaan worden opgeschrikt door voorbij zoevende
fanaten. Na acht kilometer zijn ze terug bij af, als is
gebleken is dat ze al bij de tweede pijl verkeerd zijn
gereden.
Hierna rijdt de grote groep in een enorm tempo de Povlakte
over. Er is nauwelijks tijd om te genieten van de
Risotto-rijstvelden. Kop over kop snelt de groep tussen de
groene velden van de platte Po-vlakte. Pechvogel Klaas Aaij
blijft samen met zijn maten achter, omdat hij na de acht
kilometer omrijden wordt getroffen door twee lekke banden.
Eenmaal terug bij de grote groep, nabij de Passo del
Turchino, breekt zijn zadelstang, met als gevolg dat de
groep Aaij de hele dag in de achtervolging blijft.
Heuvelzone
Na de eerste stempelpost in
Novi Ligure, vertekt de groep naar de Passo del Turchino.
Dat is normaal gesproken de eerste hindernis op weg naar San
Remo, maar de organisatie heeft een verkeersluw maar ook
zeer heuvelachtig route in petto, met beklimmingen die soms
doen denken aan de Waalse Pijl. De profs hebben het
makkelijker. Hier moeten de eersten dan ook de prijs betalen
voor het moordende tempo op de Povlakte, zoals de immer goed
geluimde Ruud Smeding. Hij begroette tot hier nog menig
Italiaanse schone met 'Ciao bella'. Vanaf hier wordt het 'Ciao
Rudi'.
Een processie in het dorpje Nebbioti zorgt nog voor enig
oponthoudt, maar door een prachtig gebied gaat het naar de
geleidelijke klim van de Turchino. Het kwik staat daar al
ver over de 30 graden. Bovenop de 600 meter hoge Passo del
Turchino hebben uitpijlers Koos Woestenburg en Adelheid van
Rossum een mooi stekkie in de schaduw.
Natuurschoon
De afdaling van de Turchino
loopt lekker. Over goede wegen en overzichtelijke bochten
bereiken we de buitenwijken van Genua. Aan de boulevard
langs de Middellandse Zee zijn pijlen niet meer nodig. Vanaf
hier is het nog 140 kilometer de zee volgen tot aan San Remo.
De mediterranee is inderdaad prachtig blauw. Het is voor de
Italianen kennelijk ook de eerste mooie zondag, want er
voltrekt zich voor onze ogen een ongelofelijk schouwspel.
Motorrijders, die drie rijen dik Valentino Rossi willen
verbeteren, tienduizenden scooters, tetterende moeders met
kinderen, Italiaanse schonen in strakke bikini's… Je komt
ogen en oren tekort. Dat gold ook voor het meisje dat in
Savona door een Audi van haar scooter wordt gereden.
Cipressa
De temperatuur is inmiddels
opgelopen tot 36 graden. De bidons worden in een vlot tempo
leeggedronken. Met uitzondering van enkele korte klimmen
over de rotsen loopt de bloemenivièra vlak. De eerste capo's,
zoals die van Mele en Cervo, zijn eenvoudig te beklimmen.
Als we dichter bij de Cipressa komen moeten we de Capo Berta
bedwingen. Vanaf dat moment herkennen we het parcours van de
televisie. Op 30 kilometer voor de finish draaien we de
Cipressa op. Vanaf hier is het ieder voor zich en de hitte
voor ons allen. Vooral de eerste paar kilometers zijn steil,
wellicht ook omdat al 280 kilometer in de benen zitten. Na
enkele kilometers weer een afslag naar rechts. De finaleklim
over de Poggio. Deze klim loopt voornamelijk vals plat
omhoog naar de karakteristieke kassen. Over de smalle weg
staan nog de namen van Italianen gekalkt. Boven op de Poggio
is het links af de afdaling in. Korte rechte stukken met
scherpe bochten en weinig zicht. Onderaan de afdaling gaat
het profparcours naar rechts San Remo in. Onze pijl wijst
echter naar links. Na een paar minuten staan we voor ons
hotel, aan de voet van de Poggio. Het was een legendarische
dag, waar die avond nog veel over nagepraat zou worden.
Onder de achterblijvers is het een waar slagveld. Een aantal
heeft maagproblemen en moet overgeven. Wiebe Brandsma zat er
bij Genua zo doorheen, dat hij met fiets en al op de trein
naar San Remo stapte.
De 'rode lantaarndrager' was Peter Kloosterman uit
Terheijden. Hij was verkeerd gereden en arriveerde onder
luid applaus om 21.55 uur in het hotel.
|